Bij een
tankstation langs de Duitse snelweg kijk ik om mij heen. Aan een tafel zit een man in zijn eentje een warme maaltijd te eten. Hij
ziet er uit alsof hij nog wat uren achter het stuur te gaan heeft. Door
de combinatie van het vale shirt dat hij in zijn ruige spijkerbroek
heeft gestoken en zijn opvallend gemakkelijke houding zo alleen aan
tafel denk ik dat het een chauffeur is. Terwijl ik mijn pasta
aan mijn vork prik mis ik mijn vader, een chauffeur in hart en nieren.
Ik probeer mij voor te stellen welk verhaal de man achter ons zou vertellen als we bij hem waren aangeschoven. Ik gok een levensverhaal waarin hij al vroeg wist dat internationaal rijden zijn ideale baan is. In mijn beleving hebben chauffeurs namelijk al vroeg dat onderbuikgevoel en een liefde voor grote kilometervreters. Dat is natuurlijk gekleurd omdat dat de chauffeurs zijn waar ik vroeger door omringd werd.
Weer denk ik aan mijn vader. Hij at ook graag een hap onderweg en schoof dan vaak bij andere chauffeurs aan. Toen ik klein was en met hem mee ging schoven we ook aan bij een vreemde of andere chauffeurs die hij kende. Zo ontmoet je de meest bijzondere mensen. Het leek alsof hij in elk wegrestaurant iemand kende. En ze waren altijd blij om hem te zien.
Ik begin nu de charme in te zien van het chauffeursleven. Niets dan jij en je wagen over eindeloze wegen naar stops om te laden en te lossen. Onderweg stoppen voor een warme hap en "verse" koffie. Je kunt lekker alleen zijn met je radio, of onderweg de meest unieke vrienden maken. Die mannen, en vrouwen, hebben het maar goed bekeken. Voor ons is het tijd om te gaan, kilometers vreten, met een liedje van Henk Wijngaard in mijn hoofd.
Met de vlam in de pijp scheur ik door de Brennerpas.
Met mijn dertig tonnen diesel, ver van huis maar in mijn sas.
:)
Ik probeer mij voor te stellen welk verhaal de man achter ons zou vertellen als we bij hem waren aangeschoven. Ik gok een levensverhaal waarin hij al vroeg wist dat internationaal rijden zijn ideale baan is. In mijn beleving hebben chauffeurs namelijk al vroeg dat onderbuikgevoel en een liefde voor grote kilometervreters. Dat is natuurlijk gekleurd omdat dat de chauffeurs zijn waar ik vroeger door omringd werd.
Weer denk ik aan mijn vader. Hij at ook graag een hap onderweg en schoof dan vaak bij andere chauffeurs aan. Toen ik klein was en met hem mee ging schoven we ook aan bij een vreemde of andere chauffeurs die hij kende. Zo ontmoet je de meest bijzondere mensen. Het leek alsof hij in elk wegrestaurant iemand kende. En ze waren altijd blij om hem te zien.
Ik begin nu de charme in te zien van het chauffeursleven. Niets dan jij en je wagen over eindeloze wegen naar stops om te laden en te lossen. Onderweg stoppen voor een warme hap en "verse" koffie. Je kunt lekker alleen zijn met je radio, of onderweg de meest unieke vrienden maken. Die mannen, en vrouwen, hebben het maar goed bekeken. Voor ons is het tijd om te gaan, kilometers vreten, met een liedje van Henk Wijngaard in mijn hoofd.
Met de vlam in de pijp scheur ik door de Brennerpas.
Met mijn dertig tonnen diesel, ver van huis maar in mijn sas.
:)
Reacties
Een reactie posten