Anderhalf jaar geleden deed ik een training gericht op gedragsverandering. Toen liep ik er al een tijdje (jaren) tegenaan dat ik teveel van mezelf vroeg en weggaf. Dat ik me aanpaste naar wat anderen van mij verwachten of nodig hadden. Ik was opgebrand. Liep vast in het leven. En ik moest losbreken van patronen die me ver hadden gebracht, maar niet per se op de plek waar ik wilde zijn. In mijn eigen vel, maar het zat niet lekker. Wanneer ik iets voor mezelf wilde doen durfde ik niet goed. Bang om anderen teleur te stellen. Bang dat iemand boos zou worden. Minder van me zou houden als ik niet beschikbaar was. De Sam die ik was racete van plan naar plan. Van mens naar mens. Van to do naar to do. En het voelde goed hoor. Toen. Om steeds maar te racen en anderen blij te maken met wie ik was, wat ik te bieden had, wat ik te delen had. En ik kreeg er genoeg voor terug. Ik voelde me er toe doen. Het was alleen gebaseerd op een tempo en uitgavepatroon dat niet vol te houden was. Mijn versnelling stond vaak hoog en na een tijdje stond ik altijd “aan” en paraat. Tot ik opgebrand was. En nog niet kon stoppen. Niet wilde. Ik weigerde het. Nog strakker trok ik de lijntjes, nog strakker plande ik mijn uren en minuten. Tot het niet meer wou. Mijn motor (mijn brein) raakte oververhit en gaf er de brui aan. Zap een paar maanden worstelen vooruit en voila we zijn weer bij waar ik dit verhaal mee begon.
Tijdens de training waren mijn doelen:
Tijdens de training waren mijn doelen:
- Het leren de signalen van mijn lichaam sneller te herkennen en het mijzelf gunnen om te doen is wat goed is voor mij. Wat voel ik? Wat is nu goed voor mij?
- Bewust zijn van wat ik voel (toelaten), het onderzoeken en uitspreken.Wat is de trigger? Welke behoefte heb ik?
- De behoefte aan controle verminderen, leren accepteren. Het is goed zoals het is. Ik mag dit voelen. Ik ben goed genoeg, heb recht op mijn gevoelens en ben niet verantwoordelijk voor de ander. Ik wil me veilig voelen. Op 75% functioneren is goed genoeg.
- Ik wil mijn energie beter kunnen aanvoelen zodat ik op tijd bij kan sturen en mij goed blijf voelen. De relatie tussen mijn vermoeidheid en wat ik probeer te bereiken helder zien. Waar kan ik meer ontspannen?
Ik kwam iemand tegen met wie ik veel durfde te bespreken en experimenteerde en liet steeds meer van mezelf aan hem zien. Ik ging all in. Of all out eigenlijk. En ik voelde me beter! Opgelucht, onbevangen, gezien zoals ik was en niet afgewezen. En ik werd verliefd. Op dat goede gevoel. Op die man. Op hoe we samen konden praten. Op hoe ik me voelde toen hij me dingen vertelde die hij nooit iemand had toevertrouwd (naast zijn therapeut). Op hoe hij een deurtje opende met een vraag die kon worden afgedaan als grapje als ik er niet in wilde stappen. En door die ruimte en vrijheid durfde ik er voor te kiezen om door de deuropening te stappen. Om te zeggen: ja, dit voel ik! Dit ben ik! And I loved myself for it. Ik was dapper. Kreeg bevestiging. Ik luisterde en gaf (voor het eerst in jaren) geen ongevraagd advies. Ik bemoeide me een keer nergens mee. Liet hem zijn pad bewandelen. Ik was nergens verantwoordelijk voor. We waren immers allebei bezig met ons eigen proces. Er was niet anders te doen dan te luisteren en te ontdekken. Ik stelde mezelf nooit de vraag of hij goed genoeg was. Of zijn fouten te groot waren om te vergeven. Vroeg me zeker wel eens af of hij me een leuk mens bleef vinden nadat ik voor mijn gevoel teveel had gezegd, maar de keer erna dat ik hem zag ontdekte ik dat het geen verschil maakte. Zoals ik naar hem keek, keek hij ook naar mij. Je doet het goed en ik gun het je om keuzes te maken die jou goed laten voelen. Ik sta hier aan de zijlijn van de weg die je bewandelt, praat erover met je and I’m cheering you on.
Fijne doelen om aan te werken. Waarbij een kleine verandering al veel voor je (gevoel en gemoedstoestand) kan doen. Zo was het moeilijk om bijvoorbeeld elke 30 minuten even de training uit te lopen om een aantal minuten in te checken bij mezelf. En dus ook iets te missen wat misschien belangrijk was(!!!!). Om vervolgens te ontdekken dat het me scherper maakte zodra ik de ruimte weer in kwam. Kleine veranderingen in gedrag, nieuwe ervaringen opdoen en leren dat het leven makkelijker is als je de teugels een beetje loslaat. Ik heb een evaluatie opgezocht van die tijd:
Samantha: Ik voel me beter dan verwacht, merk dat het mij helpt. Dat ik opener ben, meer van mezelf laat zien en dat is goed bevallen. Ik laat nu soms het achterste van mijn tong zien en voel me opgelucht daarna. Normaal ben, of was, ik meer begrensd.
Sinds toen heb ik ontdekt dat ik voorzichtiger ben naarmate de relatie vordert. Er meer gevoelens zijn. Er van alles te verliezen is. Ik laat steeds een beetje minder van mezelf zien. Niet meer het achterste van mijn tong. Ik wil graag leuk en lief gevonden worden en doe daarom soms (bewust of onbewust) wat (ik denk) dat de ander wil. Dat lijkt een oud patroon wat omhoog komt. Iets doen voor de ander en het vervolgens mezelf en/of de ander kwalijk nemen. En dat is voor niemand leuk. En was dat nou niet precies wat mij in de problemen had gebracht? Dus hier sta ik weer. Ouder, wijzer, bewuster, maar met dezelfde opdrachten. Voelen, verwoorden, vragen, verdragen en veranderen.
Ik wil terug naar wat toen zo goed voelde. Open en eerlijk zijn. Liefdevol en duidelijk. Verantwoordelijkheid nemen voor mijn levensgeluk. De ander aanmoedigen bij zijn eigen proces. Oordeelloos proberen te zijn. En als ik het ergens niet mee eens ben durven zeggen: voor mij werkt dat anders. En dan accepteren hoe de ander reageert. En om dat te bereiken zit er maar één ding op.
Om mij goed en geaccepteerd te voelen moet ik mezelf - weer - helemaal laten zien, maar dan aan iemand anders dan toen.
Reacties
Een reactie posten